Spotlight on...
Gezellig wat rondkletsen op de zolder van café ‘t Nieuwhuys te Hoegaarden, met een nieuw artisanaal biertje 'Rosdel' binnen handbereik, en met als gesprekspartner een integere, moderne troubadour die dweept met de waarheid en alleen de waarheid.
Wat kan een mens meer verlangen? Een onoverzichtelijke berg centen, ja goed, maar afgezien
daarvan ? Mijne maat Freddy en ikzelf voelden ons in elk
geval direct zo thuis als iets, met Doug MacLeod aan één
tafeltje onder een schemerlamp, als samenzweerders voor
een goede zaak, luisterend naar zijn spraakwaterval.
Doug was blij om weer in België te zijn. We hebben amper kunnen vragen hoe het met hem gaat, of hij is al aan het vertellen geslagen.
Doug MacLeod: “Het is bemoedigend hoe goed de mensen hier kunnen luisteren naar je muziek en je verhalen. Ze zijn geïnteresseerd, ze willen weten waarom, hoe, wie, waar en wanneer. Daarom zit ik het liefst van al tussen mijn publiek in de pauzes en na de set. Dan kan ik verder bomen op wat ik met mijn songs heb in gang gestoken. Daarom zal ik nooit spelen wat ik niet geloof, en zeker nooit iets schrijven of zingen over iets waar ik niets van ken, of waar ik niet bij ben geweest. Nu heb ik gelukkig al één en ander meegemaakt, en heb ik nooit moeten liegen of iets verzinnen om mijn songs te kunnen schrijven. En dat moeten heus geen fantastische, heroïsche gebeurtenissen zijn, of bloedstollende nachtmerries die je overkomen. Je moet de waarde kunnen onderkennen van een simpel feitje of voorvalletje. En als je die waarde erin terugvindt kan je er ook een boeiend verhaal van maken.
Het zou niet slecht zijn dat mensen mekaar wat vertellen, eventueel bij pot en pint, over ditjes en datjes uit hun dagelijkse dag-in-dag-uit leven, dan krijgen die ook weer waarde, in plaats van urenlang voor de TV te hangen en al die opgekropte woede die overal ter wereld heerst te absorberen en al doende vierentwintig uur op vierentwintig sjagreinig en humeurig rond te lopen tot de stoppen doorslaan en ze uiteindelijk zelf in het TV-nieuws terecht komen als de zoveelste psychopaat die zijn ganse buurt overhoop knalt alvorens zichzelf voor het hoofd te schieten….Euhh, dram ik door ? Wat voor soort bier drinken jullie daar ?”
Rootsville: “Wel, Doug, dit is heel nieuw, het ging pas enkele weken geleden in première , om het zo maar eens te
noemen. Rosdel is de naam en ik vermoed dat het een groot succes zal kennen, want het is verdomde lekker. En dan zal de voorraad vlug op zijn, want het is artisanaal gebrouwen, dus kleinschalig en met klein debiet. You should try one !”
Doug MacLeod: “Dat ga ik zeker doen, maar na de gig. Ik ben op mijn hoede voor jullie Belgische bieren. Ze drinken vlot weg, zelfs al zijn ze zo straf. Maar o wee, als je in de wee wee hours van je stoel opstaat. Je wil me toch nog op dat
podium hebben hier beneden ?”
Rootsville: “Ja natuurlijk, daar waren we voor gekomen, meen ik me te herinneren. De laatste keer dat ik je zag was vorig jaar, rond deze tijd, in de Banana Peel. Al is je show nog maar half zo goed dan toen, ben ik al tevreden.”
Doug MacLeod: “Wel, wel, heb ik hier een onvoorwaardelijke fan voor me zitten. Zo meteen ga je me vertellen dat je al mijn CD’s hebt ?”
Rootsville: “Dat dacht ik niet te doen, kwestie van niet als mouwveger voor de dag te komen, maar nu je het zelf
aanhaalt, awel ja, op één of twee na heb ik ze allemaal, er zitten zelfs nog enkele LP’s bij, van in ’t begin, remember, met de band ?”
Doug MacLeod: “Holy…sh(it), misschien kan ik jou vragen om mijn ultieme discografie te noteren. Ik mag hopen dat je ze niet hebt meegebracht om ze te laten signeren ? Maar ik voel me toch zeer vereerd. Bedankt voor je sponsoring. Kijk,
dat is nu bijvoorbeeld waarom wij Amerikanen zo graag naar Europa komen. Niet alleen vanwege de goede euro’s,
natuurlijk laat dat ons nu toe om al eens meer de Atlantic over te steken, dat en de goedkopere vluchten, maar ook en
vooral omdat jullie hier met veel meer kennis van zaken over ons Amerikaans artistiek erfgoed kunnen meepraten. En
mensen als Son House en Bukka White met het juiste respect bejegenen, voor wat ze hebben betekend voor de blues, en nu nog betekenen al behoren ze niet meer tot het rijk der levenden. Als ik in Servië aan een audience vraag wie er
Tampa Red kent, steken er achtennegentig van de honderd mensen de hand op. Back home in de States zijn er dat geeneens twee op honderd. Ze kennen hun eigen patrimonium niet, die cowboys. Europeanen graven diep, als ze voor
iets gaan. Amerikanen zijn veel oppervlakkiger.”
Rootsville: “Zit je volgend jaar terug op de boot van de Blues Cruise, Doug ?”
Doug MacLeod: “Ik mag het hopen. Blues Cruise is fun. Eén grote familie daar aan boord. De artiesten moeten zich mengen tussen hun publiek, ze kunnen niet anders. Of ze moeten hele dagen in hun kajuit zitten kniezen ! Maar gelukkig zitten er tussen het volkje van bluesartiesten maar heel weinig binnenvetters. Maar welke Bluescruise bedoel je ? De Caribische of die van Monterey aan de Gran Pacific ? Ik heb ooit zelfs mogen deelnemen aan een Noorse bluescruise van Trondheim noordwaarts langs de Lofoten tot Hammerfest. Die Noren zuipen zich te pletter als ze van land weg zijn. Mitch Woods en ikzelf hadden besloten enkel met klasse te drinken en we schaften ons een kistje Chatounouve dou Pope aan. Taxfree aan boord. Ken je die wijn ? Dat hadden we nog nooit gedronken. First Crou you know. Binnen de kortste keren stond de fles aan onze teut. Wij hebben geen klasse. Toch niet voor culinaire zaken.”
Rootsville: « Dat was Chateauneuf du Pape, Premier Cru. Niet mis. »
Doug MacLeod: “Ik heb me later laten vertellen door een Fransman dat in de vroege middeleeuwen de Romeinse paus naar Avignon verhuisd was om uit de klauwen van de Byzantijnen te blijven. In zijn nieuwe kasteel aldaar verbouwde hij zijn eigen wijn. Hij trok daarvoor de grootste wijnspecialisten aan uit gans Frankrijk om een variëteit te kweken die de
aanzet zou vormen voor de moderne wijnen.”
Rootsville: “Er schuilt ook nog een historicus en oeunoloog in jou, Doug.”
Doug MacLeod: “Man, je moest eens weten !”
Rootsville: “Iets helemaal anders nu. Ik heb gezien dat op het podium beneden je stokoude verweerde national klaar staat. Dat stuk oud ijzer geeft echter de warmste bassen weer, zoals ik nooit voor mogelijk had gehouden met een
resophonic. Hoe speel je dat klaar. Is het de pick-up of…”
Doug MacLeod: “Dat zijn mijn wonderbaarlijke vingers die het hem doen !”
Rootsville: “Dank je, om niet te zeggen dat het mijn zaken niet zijn.”
Doug MacLeod: (lacht) “Eigenlijk weet ik het zelf niet zo goed. Het zal wel een samengaan van verschillende elementen zijn. De body is van bell brass, niet van staal. De pick-up is zo’n ouwe minihumbucker die heel neutraal versterkt en toch
heel wat bass in zich heeft. En ik gebruik stalen snaren voor een electrische gitaar in plaats van phosphor bronze snaren
voor een akoestische. En dan mijn aanslag natuurlijk met de muis van mijn duim.”
Rootsville: “Je hebt een uitgebreide keuze aan gitaar tunings. Meestal open tunings. Er is er één die je met de regelmaat van een klok gebruikt, maar ik kan hem niet thuis brengen. Wat is het ?”
Doug MacLeod: “Ik weet welke je bedoelt. Die heb ik zelf uitgevonden, omdat hij me het beste ligt om comfortabel te spelen. Ik noem hem ‘Too many D’s’. Iedereen die hem probeert vindt het een kut tuning. Zo zie je maar. De gitaarkunst
is nog relatief jong. Alle dagen worden er nog technieken ontwikkeld. Speeltechnieken bedoel ik dan. En welke de beste
is zal altijd verschillen van gitarist tot gitarist.”
Rootsville: “Oei Doug, de patron (Jan) staat daar smoelen te trekken. Ik geloof dat het tijd is om een dertigtal van je driehonderdvijftig songs te gaan spelen. De keet zit goed vol lijkt me.”
Doug MacLeod: “Dan zullen we er eens subiet aan beginnen. Sorry dat we zo moeten opbreken, maar we kunnen later na de show nog verder praten, als jullie willen.”
Rootsville: “OK We zien wel. Alvast bedankt voor deze gezellige babbel. We gaan nu van je show genieten.”
Doug MacLeod: “Het plezier was helemaal voor mij. Thanks Guys? See you later then, at the bar !?”
Na een fantastische optreden van Doug, zie ook onze concertbespreking in dit nummer, hebben we inderdaad nog verder gebabbeld aan de toog met ettelijke Bosdels in ons gezelschap. Ik weet nog goed dat het plezant was, maar ik zou er
geen transcriptie meer van kunnen maken. De dag dat Doug MacLeod zijn zwervend troubadoursbestaan moet opgeven,
heeft hij een probleem. En wij ook.
witteMVS